De tegel was destijds te koop in de Saxen Weimar Kazerne in Arnhem. |
Alpha - compagnie "Koningscompagnie" Het was de wens van Koning Willem I dat zijn kleinzonen, evenals alle vroegere vorsten uit het Huis Oranje, de krijgskunst niet alleen uit de boeken zouden leren maar vooral in de praktijk zouden beoefenen. Als leerschool kwamen de "keurtroepen" het eerste in aanmerking. In 1831 diende bij de 1e compagnie van het 1e bataljon Grenadiers Prins Willem, de latere Koning Willem III. In datzelfde jaar diende zijn broer Prins Alexander bij de 1e compagnie van het 2e bataljon Grenadiers. Beide Prinsen doorliepen alle diensten bij de afdeling Grenadiers, ook die van compagniescommandant en van bataljonscommandant. Prins Willem nam zelf bij een oefening het commando over de afdeling waar. In 1849 werd Prins Willem gekroond tot Koning der Nederlanden. Uit dat jaar stamt waarschijnlijk de benaming "Koningscompagnie" voor de 1e compagnie van het 1e bataljon Grenadiers. Het was immers in deze compagnie dat koning Willem III zijn militaire opleiding kreeg en de compagnie waarover hij later het commando voerde. Ook zijn zoon Prins Willem diende in 1853 in de "Koningscompagnie". Dat Koning Willem III zijn tijd bij de afdeling Grenadiers niet vergeten was bleek in 1849. Aan de bataljons van het regiment werden, namens de Koning, bataljonsfanions (vlaggen) uitgereikt, als blijk van "voortdurende welwillendheid jegens de Grenadiers". |
Het bataljonsfanion van het 2e bataljon Grenadiers kreeg als extra opschrift
in zilverdraad, de tekst "Prins Alexander der Nederlanden" ter herinnering
aan de jong gestorven Prins.
De huidige Alpha-compagnie van het 11e bataljon Garde Grenadiers zet in
zijn parate periode de traditie van de "Koningscompagnie" voort en voert
het "Alexanderfanion" bij ceremoniele diensten.
De "Koningcompagnie" is in principe de eerst aangewezen compagnie bij ceremoniële verplichtingen van het regiment, zoals Prinsjesdag, Koninginnedag, parades, erewachten en escortes.
Mocht het Prins Willem als laatste telg uit het huis van Oranje 1853 in zijn gelederen opnemen, de compagnie hoopt over niet al te lange tijd wederom een Prins van Oranje te mogen begroeten.
Zie ook:
Bravo Compagnie "Stiercompagnie"
Charlie Compagnie "Steencompagnie"
Pantserondersteuningscompagnie "Ost-Beren"
Stafstafverzorgingscompagnie "Kangoeroecompagnie"
Uit: "De geschiedenis van het Garderegiment Grenadiers 1829-1982" door Maj. H.F. Fabrie. Met dank aan Obbe Krooder, Rene Lodder en Wout van Wieringen.