Charlie-Cie 11 Painfbat 83-1

Charlie - compagnie "Steencompagnie".

De historie omtrent de benaming van de CCie 11 Painfbat Garde Grenadiers gaat terug tot 1957.
Dienstplichtige sergeanten werden in die tijd nog na twee maanden bij de "parate troep" te hebben gediend, effectief sergeant.
Bij de toenmalige Kapitein der Grenadiers J.D. Hofman, commandant C-Cie, was een dienstplichtig sergeant geplaatst, die weliswaar twee maanden tevoren de Kaderschool had verlaten, maar door ziekte en een cursus nog weinig aan oefeningen had deelgenomen.

De C-Cie vertoefde op dat moment op het Rozendaalse-veld voor een velddienstoefening, toen de compagniescommandant de betrokken groepscommandant, om deze in het kader van zijn toekomstige effectuering op de proef te stellen, de opdracht gaf om met zijn groep een bijna 200 kg zware steen over een afstand van 15 km naar de Oranjekazerne in Schaarsbergen te brengen. Enthousiast ging de groep op weg en trok onderweg veel belangstelling.
's Avonds om 8 uur sjokte de groep de Oranjekazerne binnen en deponeerde de steen voor het legeringsgebouw van de C-Cie. De volgende ochtend bij het appel bleek de Steen te zijn verdwenen. Onder het roosterwerk voor de ingang van de Koningscompagnie werd de Steen teruggevonden. Ondanks de ingestelde bewaking lieten de B-Cie en de StafCie zich niet onbetuigd en vele malen wisselde de Steen van eigenaar, maar altijd kwam de C-Cie als winnaar uit de bus.

Bij de verhuizing van het bataljon van de Oranjekazerne naar de Saksen Weimarkazerne te Arnhem, raakte de Steen opnieuw zoek. In de hal van het legeringsgebouw werd slechts een klein steentje gevonden, met een briefje:
"Mijn vader is met periodiek verlof". Zo verhuisde de C-Cie zonder Steen naar de Saks. De daders moesten echter ditmaal in eigen gelederen worden gezocht. Het derde peloton met name, dat de opdracht had gekregen de Steen naar de Saksen Weimarkazerne over te brengen, deed al geruime tijd heel geheimzinnig. Blij was de compagniescommandant, inmiddels de Majoor der Grenadiers W.J. van Steyn dan ook, toen hij op een goede morgen voor het gebouw D, op het gazon, gehuld in een wit laken, de Steen aantrof. Bij de commando-overdracht van de compagnie aan de Kapitein der Grenadiers J.E. Witteveen, vond de onthulling plaats van de Steen, nu echter geschilderd in Grenadierkleuren.

De C-Cie was nu voorgoed de STEENCOMPAGNIE geworden.

Zie ook:
Alfa Compagnie "koningscompagnie"
Bravo Compagnie "Stiercompagnie"
Pantserondersteuningscompagnie "Ost-Beren"
Stafstafverzorgingscompagnie "Kangoeroecompagnie"

Uit: "De geschiedenis van het Garderegiment Grenadiers 1829-1982" door Maj. H.F. Fabrie. Met dank aan Rene Lodder.

Heb jij nog een lichtingstegel? Weet je er wat van te vertellen?
Stuur een scan!

TERUG