Boordschutter en .50 boordwapen

Foto: Frank Schotting [ link ]

Barry Dekker [ link ]: "Mooie foto van de werkplek van de boordschutter. Staan leuke details op. Let op het handwiel waarmee de toren werd gedraaid helemaal onderin. Als de toren soepel liep draaide de schutter hem met zijn schouders. De .50HB is goed in beeld met de afvuurknoppen. Links ervan zie je het handwiel met schroefstang waarmee de .50 vastgezet kon worden in een vaste afvuurrichting. Op het rechterluik de vergrendeling van de luiken met hangslot. Aan het linker toren luik zie je de headset van de boordschutter hangen."

Schieten Harskamp

Schieten met 'kortebaan' munitie op Harskamp. Foto dankzij Rob van der Burg [ link ]

.50 schietoefeningen te Den Helder voor YP chauffeurs en boordschutters. Foto Pieter Groenewege.

Boordschutter en bewapening DAF YP408 met Browning 50 Inch M2 HB (.50)
Samengesteld door Marcel Heeren,
YP-408 boordschutter,
43 Painfbat, Charlie-Compagnie,
lichting 84-5

Ontwerp/gebruik .50:
De .50 was eigenlijk gedacht/ingezet ter bescherming van Amerikaanse bommenwerpers (de B25) voor jachtvliegtuigen. Door zijn groot bereik maar ook door zijn zwaar kaliber was de .50 trefzeker (zeker op 1 KM, in alles wat verder lag was hij effectief als verdeeld vuur). Omdat de loop buiten het vliegtuig hing was de koeling (600 kmh) voldoende om na te laden zonder vervanging van de loop. Daarbij moet ook gelet worden op de hoogte waarop bommenwerpers toentertijd vlogen (tussen 10 á 15 kilometer hoogte – daar heerst een temperatuur van rond het vriespunt). Over noodzakelijke koeling van de .50 in relatie tot de YP408 meer in onderstaande.

De Nederlandse Landmacht en de .50:
Na de oorlog werd dit wapen ook ingezet als wapen binnen de Nederlandse krijgsmacht. Als welkome en dankbare aanvulling op de wederopbouw van onze krijgsmacht. Als groeps- of peletonswapen bleek het al snel ongeschikt te zijn. Wie van de infanteristen heeft ooit een verplaatsing te velde moeten doen van een .50 en er ooit op een driepoot mee geschoten? Volgens mij niemand. Dit voornamelijk vanwege het gewicht en afmetingen van dit wapen. De .50 kent zijn inzet binnen de Nederlandse Landmacht daarom voornamelijk op tanks en andere voertuigen. Onder andere de YP408.

Als groeps- peletonswapen werd ter vervanging de MAG geïntroduceerd. Dit wapen was lichter, handzamer en sneller inzetbaar.

De koeling van een .50, geplaatst op een YP408, is een apart verhaal. Door het ontbreken van de noodzakelijke luchtkoeling (van een vliegende B25) mocht men als boordschutter van de (stilstaande) YP408 per beurt/loop maar maximaal 300 kogels per loop verschieten (bijvoorbeeld tijdens oefeningen in Havelte en Den helder). Om kromtrekken te voorkomen moesten de lopen vervangen worden. En na 300 kogels waren de lopen ECHT heet! Als boordschutter kan ik dat bevestigen.

Heet!

Heet! Foto dankzij Rob van der Burg

Algemene gegevens .50:
- volautomatisch luchtgekoeld
- te gebruiken tegen grond-/luchtdoelen
- patroonaanvoer d.m.v. patroonband
- te gebruiken met verschillende soorten affuiten
- drievoetaffuit
- affuit TL m 63
- diverse voertuigaffuiten

Uit Voorschrift VS 9-535 1964 .pdf
Met dank aan Thom Schimmel www.20thcenturyplatoons.com

Maten en gewichten:
- wapen zonder loop 25,25 KG
- loop 12,5 KG
- lege patroontrommel 2,5 KG
- 100 patronen in band 13,5 KG
- totale lengte wapen 1,65 Meter
- lengte loop 114 CM
- vuursnelheid 450/550 schoten per minuut
- aanvangssnelheid 884 meter per seconde
- maximale dracht 7400 Meter
- maximale effectieve dracht gronddoelen 2000 Meter
- maximale effectieve dracht luchtdoelen 1000 Meter
- maximale effectieve dracht gevechtsvizier 1000 Meter

Richtmiddelen:
- opklapbaar vizier met oogdop + korrel
- schaalverdeling van 100 tot 2600 meter (oplopend met 100 meter)

Munitie voor de .50:

Soort: Doel: Kleur:
- Scherp (ball) Personen/niet gepantserd voertuig koper
- Pantser (a.p.) Licht gepantserde doelen zwart
- Pantserbr. (a.p.i) Pant. Doorb.+ brand effectief aluminium
- Lichtspoor (trac) Waarnemend + correctief rood
- Kortebaan (ball) Schietoefening wit (plastic)
- Exercitie (dummy) Laadoefening doorboord koper

Samenstelling van de patroonbanden:
- Scherp 4 scherp + 1 lichtspoor (4 ballistic + 1 traceer)
- Pantser 2 pantser + 2 pantserdoorborend+ 1 lichtspoor (2 a.p. + 2 a.p.i. + 1 traceer)
- Pantserbrand 4 pantserbrand + 1 lichtspoor (4 a.p.i. + 1 traceer)

z.g.n. kortebaan munitie op een foto van Willem Kleinendorst

Bewapening YP408-personeel en infantristen:
De chauffeur en boordschutter waren bewapend met een UZI (9 mm). Dit korte wapen gaf hun meer bewegingsvrijheid binnen het voertuig. Infantristen hadden de beschikking over de Fal – nr39496 (Fusiel automatique légére – 7.62 mm).

De boordschutter YP408
Na de reguliere opleiding tot infanterist kreeg men binnen de compagnie een specifieke functie toegewezen. Je werd bijvoorbeeld MAG-schutter, MAG-helper, TLV-schutter (TLV stond voor Terugslag Loze Vuurmond, of te wel de Karl Gustav – maar het werd ook wel de “kachelpijp” genoemd), boordschutter of je bleef infanterist.

Om deze functies te kunnen invullen moesten er aparte opleidingen worden gevolgd. Zo ook door de toekomstige boordschutter. Het begon allemaal met een basisopleiding bij het PIROC2 (het Pantser Infanterie Rij en Opleidingscentrum) te Veldhoven. Het was een combinatie van theorie en praktijk. Deze duurde drie weken en aan de orde kwam het volgende:

- voertuigkennis
Je kreeg niet alleen een uitgebreide kennis van de kenmerken en de techniek van de YP408, het onderhoud (tot aan het bijsnijden van de banden toe) maar ook over het algehele gebruik, het beladen van het voertuig en de veiligheid. Deze kennis was noodzakelijk om in tijden van nood de chauffeur te kunnen vervangen.

- verbindingen
Als boordschutter was je tevens verantwoordelijk voor de radio (lees bediening en onderhoud). Hieraan werd dan ook uitgebreid aandacht besteed in deze opleiding. Er werd flink “gehamerd” op de radiodiscipline. Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van het NAVO-alfabet. En op de kreet “over en uit” tijdens het radioverkeer stond de figuurlijke doodstraf!!!

- verkeersveiligheid
In het dagelijks verkeer rijden met een YP408 was niet alleen een behoorlijke uitdaging voor de chauffeur maar ook voor de boordschutter. Je verleende de chauffeur niet alleen assistentie door op kruispunten “rechts vrij” te roepen maar je had ook de taak om actief mee te blijven kijken tijdens het rijden. Het zicht voor de chauffeur was namelijk niet alleen naar rechts beperkt maar ook wat er rondom het voertuig gebeurde was niet altijd goed voor hem in te schatten (bijvoorbeeld tijdens het rijden door moeilijk terrein). Als boordschutter kon je dan makkelijk even uitstappen en je chauffeur de nodige aanwijzingen geven.
De opleiding bij het PIROC2 werd afgesloten met een examen.

- .50
Daarna volgde er een opleiding voor het bedienen en onderhouden van de .50. Deze was op het Luask in Den Helder. Er werd daar eerst droog geoefend met een simulatie op een videowand. Heel vooruitstrevend voor die tijd! Het echte werk volgde door met scherp te mogen schieten op een vlag die achter een rood modelvliegtuig was gebonden. Ons werd uitdrukkelijk op het hart gedrukt om vooral niet op het vliegtuig zelf te richten! Maar toch is het een van ons gelukt om met een gericht salvo het touw door te schieten….
Daarna hadden we geregeld schietoefeningen op de Harskamp. Spectaculair waren vooral de avondoefeningen. Er werd toen geschoten met nachtzichtapparatuur en lichtspoor.

Extra PSU en wapen
Zowel de chauffeur als de boordschutter werden voorzien van een tankoverall en tanklaarzen. Dat was ook vanzelfsprekend omdat het in de YP408 tijdens de winter best wel eens bitter koud kon zijn. Makkelijker had je het als je van een CO-bak de boordschutter was. Die waren namelijk uitgerust met een extra dieselkacheltje. De UZI was het persoonlijk wapen voor zowel de chauffeur als de boordschutter. Dit vanwege het feit dat het aan de benodigde ruimte ontbrak om grotere wapens zoals de FAL op te bergen.

Bijlage

Detaillijst .50 mitrailleur (.pdf)

Een .30 mitrailleur bovenop de .50 gemonteerd. Foto van Wietse Planting, 43 painfbat lichting 67-6.

Combinatie .50 en .30:
"Deze combinatie werd o.a. gebruikt op de YP/AMX schietbaan van het ISK op de Harskamp. Dit was noodzakelijk omdat de schietafstand van de .50 over de veiligheidszone van de schietbaan heen zou kunnen gaan en het veiliger was om met een .30 te schieten. Voor het echte schieten met een .50 werd, zeker wat betreft de AMX, gebruik gemaakt van de schietbaan de Vliehorst op Vlieland.
Met vriendelijke groet, Adri Jeurissen."

"Bij het schieten op de Harskamp was het met de punt 50 gevaarlijk i.v.m het grote bereik. Hierdoor werd er op de punt 50 en punt 30 gezet waardoor je met de bediening van de punt 50 kon schieten. Door enkele malen met de punt 50 rossen kon je de afstelling ontregelen waardoor de kogels toch in de heide terecht kwamen en een verplichte pauze volgde. (brandje blussen)
Groet, Jan v Helden Boordschutter lichting 69-6 A-cie Garde Grenadiers"

"Wij schoten toen wel met de .50 op de rompschijven die op ca. 200 meter stonden opgesteld. Maar we schoten niet op de romp maar met opzet op de paaltjes waarop ze geschroefd zaten. En de officieren maar beweren dat we slecht schoten. En inderdaad moesten we gedwongen pauzeren om de brandjes op de hei te laten blussen! (lichtspoor) En ook ik ben op Vlieland geweest. Daar schoten we ook met de .30. Alleen moesten we ook pauzeren als er een vliegtuig over kwam vliegen. Dat gebeurde regelmatig. Vanuit vliegveld Leeuwarden kwamen ze dacht ik.
Groeten, Wietse Planting."

Mondingsvlamdemper

Mondingsvlamdemper:
.50 met een mondingsvlamdemper, een onderdeel wat zelden op een Nederlandse .50 mitrailleur te zien is. Groepsvoertuig 87-02 bij het 12 painfbat eind jaren 60. Foto dankzij Rinus Janssen.

Mondingsvlamdemper. Foto dankzij Herman Ronald Frans

Om de richtmiddelen te kunnen gebruiken bij het vuren was dit een schiethouding.

Ook de TRIS had in Suriname de beschikking over de punt 50.
Schietoefeningen op een foto van Han van Amersfoort [ klik voor groot ]

Punt 50 op post 7.13C Unifil Libanon. Foto van Jo Bissels [ zie archief ]

Afwijkende 'barrel support'

Foto van Eddy Woortman. De KN 90-68 met Unifil nummer 4382 bij het binnenrijden van Libanon in 1978. Daarop is een afwijkende .50 uitvoering te zien, met langwerpige openingen in de 'barrel support' i.p.v. ronde.

Nog een punt 50 met afwijkende barrel support uit het wapendepot van het NMM. Geplaatst op de
KN 89-56 tijdens 100-Jaar Tank-Event, 28 augustus 2016.

Punt 50 op driepoot grondaffuit, groepswapen van de E.O.G. Bravo eskadron 101 tankbataljon (Mvk)

Foto Martin Wempe: "Deze opstelling stond op het SROKI om toekomstig voertuig commandanten bekend te maken met de .50 op het affuit van de YP408 zonder dat er voertuigen vanuit Harderwijk naar Ermelo hoefden te komen." In de groene kast zaten mogelijk accu's om de infrarood apparatuur op aan te sluiten. De grijze hoofdschakelaar zou dat bevestigen.

Het AD 27 februari 2013 (.pdf). De .50 wordt uitgefaseerd. "... gelukkig hebben we de foto's nog."

Foto: Jack Venrooy op Facebook 43e pantser infanterie bataljon. "Uit de tijd dat er nog flink rook vanaf kwam, gekocht in de kantine van de Johan Willem Friso kazerne" [ klik voor groot ]

Het 1:6 schaalmodel besteld op Aliexpress [ klik voor groot ] van Marcel van Klaveren, lichting 83-3, Alfa Cie 43 painfbat opleiding Unifil. Foto door MvK, waarvoor dank!