Tegeltje uit het album van Berry Dekker [ link ]
De kikker op de voorkant van de YP`s van het Garde Regiment Jagers en de omschakeling van lopend naar rijdende Infanterie van het 12 INFBAT Garde Regiment Jagers Periode januari 1965 tot mei 1966. door Jan Bierman
Foto: Jan Bierman
De geschiedenis van het Garde Regiment Jagers
In 1957 veranderde de naam van 41e Regiment Infanterie in 11e Regimentsgevechtsgroep.
De Grenadiers kregen het nummer 11 en de Jagers het nummer 12.Deze
nummering is zo gebleven tot 6 april 1995.
De naam van de 11e Regimentsgevechtsgroep was later achtereenvolgens 11e
Infanteriebrigade, 11e Pantserinfanteriebrigade en tenslotte 11e Infanteriebrigade
Luchtmobiel.De Jagers zijn tot de samenvoeging van Grenadiers en Jagers
in 1995 steeds blijven behoren tot 11e Brigade en zijn steeds gehuisvest
geweest in de Oranjekazerne. De Grenadiers zijn in 1960 verhuisd naar de
Saxen Weimar kazerne en zijn vervolgens gaan behoren tot de 12e Brigade. In
1992 zijn de Grenadiers weer teruggekeerd in de Oranjekazerne. Geschiedenis
overgenomen van de website: www.ggj.nl
Mijn lichting was 64-6
Opkomst 27 november 1964 in Bleric / Venlo, daarna Januari 1965 Alfa schoolcompagnie
Garde Jagers in Schaarsbergen.
Opleiding tot infanterist, radio/telegrafist, ABC specialist. Met de toezegging
opleiding chauffeur Pantservoertuigen. Afsluiting schoolcompagnie Mei 1965.2
maanden paraat oude stijl.
Dit alles in de Pré YP periode waarin alles lopend werd gedaan. Dat
was lopen, lopen en nogmaals lopen. De enigen voertuigen die de compagnie
toen had was een Web voor transport van Munitie etc. en voor de Kapitein
en 1e luitenant ieder een Munga en 2 motorordonnansen.Alle oefeningen
zoals naar het Roozendaalse veld en Arnhemse heide werden vanuit de Oranje
Kazerne lopend afgelegd. Ook voor een 5 daagse schietoefening naar de Harskamp
werden wij heen vervoerd met de dikke Daf (de 328) en terug naar Schaarsbergen
werd gelopen in Speedmars als onderdeel van een weddenschap tussen de sergeant`s
wie van de pelotons de snelste tijd maakte. Over grote afstanden werden
wij vervoerd met dikke Daf`s van het regiment Aan- en Afvoer troepen.Ikzelf
was toen radiotelegrafist en liep, naast de normale bepakking, met 2 radio`s
naast de vaandrig. Een voor communicatie tussen de groepen in het 2e peloton
en een voor de pelotons en staf van de Alfa compagnie. Onze bewapening
was een Fal en in iedere groep had een mag. Ook was er een mortier en raketwerper
de voorloper van de Carl Gustaf aanwezig. Later als chauffeur werd de Fal
ingeruild voor een UZI als persoonlijk wapen.
Inmiddels waren de eerste YP's bij de compagnie aangekomen.
Toen de eerste YP's naar Schaarsbergen kwamen was er een tekort aan YP chauffeurs.
Ik zat bij de 2e groep jagers die naar de Piroc werden gestuurd voor de
rijopleiding. Bij terugkomst in Schaarsbergen was er met de nieuwe lichting
chauffeurs erbij een overschot aan chauffeurs bij de Alfa compagnie.
Maar bij de Charlie compagnie die net als schoolcompagnie begonnen waren
weer een tekort aan chauffeurs. Ik ben met twee andere Jagers van de Alfa
naar de Charlie overgeplaatst voor de rest van mijn diensttijd waar wij
tevens een aantal YP's voor het bataljon hebben ingereden. Dit vooral in
de tijd dat de jagers van de Charlie instructie kregen die wij al bij de
Alfa hadden gehad. De Charlie was de eerste compagnie van de Garde
Jagers die van het begin af aan met de YP's hebben gereden.
Ook kregen wij op verzoek en na lang aandringen een tankhelm en overall.Wij
kregen de YP's met 500 kilometerstand uit Nieuw Millingen en leverde ze
weer in met 2500 kilometerstand waarna ze werden gemodificeerd, zoals rekken
voor de 'Carl Gustaf die zaten er nog niet in. En wij kregen weer nieuwe
om in te rijden.
De allereerste serie YP's waren voor de Grenadiers in Arnhem daarna waren
de Jagers aan de beurt eerst de Alfa compagnie dan de Charlie, daarna de
rest van het bataljon.
De Grenadiers in Arnhem hadden op de voorkant van hun YP's hun mascotte
een stier of bizon geschilderd. Dit was gezien door enkele jagers van
het 2e peloton Alfa compagnie. Daarop is onder elkaar in het 2e peloton
een discussie ontstaan of wij ook een herkenningteken wilden om onderscheid
met de grenadiers te maken en dan welk herkenningteken.
De mascotte van het bataljon was een grote roofvogel een buizerd of valk?.
( Zie foto in
mijn album ).
Die vogel was altijd bij elke parade en ceremonie ( o.a. beëdiging van officieren
) aanwezig en zat in een vogelverblijf bij de Bataljonstaf en had een eigen
verzorger.
De bijnaam toen voor de Jagers was "KIKKERS", naar de groene
kleur van de ceremoniële uniformen. Die was gegeven door de rijdende Artillerie,
de Gele Rijders die ook in Schaarbergen gelegerd waren en die wij "DE
KIPPEN" noemden. Dit naar aanleiding van hun Muts met het gele kwastje.
Maar om de bijnaam die de Jagers hadden werd het uiteindelijk de kikker.
De tekenaar was Jan Luiten.
Hij maakte diverse ontwerpen van de kikker, zittend, opzij, voorzijde etc.
maar de klimmende kikker was het makkelijkst te maken via een sjabloon.
Dit alles is ook besproken met de sergeants en vaandrig van het 2e peloton
die daarna naar kapitein van Aalst zijn gegaan die direct enthousiast was
en die het verder ter sprake heeft gebracht bij de bataljonsstaf met als
resultaat dat iedere compagnie ook een andere kleur achtergrond en kikker
kreeg.
Tot hoelang de kikker op de YP heeft gestaan weet ik niet. Toen ik met klein
verlof ging in mei 1966 waren alle YP's, ook van de bataljonsstaf, met deze
kikker uitgerust.
Jan Bierman
Reacties voor Jan naar: bierman@hertog-jan.demon.nl
De kikker op de KN 89-16. Foto van Rino Kattenkamp. ( link )