Ik kwam toevallig op de site "DafYP408" terecht, en bedacht me toen dat ik misschien ook nog foto's zou hebben (zie verderop): ik was boordschutter bij het 11e (lichting 68-6, volgens mij de eerste lichting boordschutters die al na 4 maanden paraat werd).
Hoe zat het met die opleidingsduur? Wat ik mij herinner van horen vertellen
is dat de opleiding daarvoor een specialisten-opleiding was geweest die
twee maanden langer duurde. In die tijd was de standaard-diensttijd 16 maanden:
4 maanden opleiding en 12 maanden paraat. De cyclus van de "gewone"
soldaten van een compagnie was dus
- vier maanden opleiding
- twaalf maanden paraat
- zes maanden klein verlof
- dan met groot verlof
In de tijd van het klein verlof stond de eerste twee maanden het legeringsgebouw
leeg, daarna kwam er een nieuwe club die dus weer vier maanden opgeleid
werd en dan paraat werd. Tot dat moment was dus de afgezwaaide cie met klein
verlof en direct mobiliseerbaar. Als er tijdens je klein-verlof-periode
stront-aan-de-knikker zou zou zijn gekomen, werd de aanwezige cie-in-opleiding
naar huis gestuurd, en de cie-met-klein-verlof gemobiliseerd. Voor de gevechtspeletons
van de PAOST-cie gold hetzelfde als hiervoor is beschreven, maar dan per
peleton.
Bij de cie-staf en de staf-staf-cie werden verlofgangers vervangen op basis
van indivuduele vervanging bij klein verlof.
Zo was in principe een bataljon van zo'n 500 man (inclusief pakweg 150 klein-verlofgangers)
altijd compleet.
Voor (onder-)officieren en specialisten die samen met deze soldaten de
parate periode doormaakten, ging het iets anders. Die dienden 18 maanden,
en kwamen dus twee maanden eerder op. Daarvan waren ze er vier op hun opleidingslokatie
(bijv. SROKI) en de laatste twee maanden van de pre-parate tijd waren ze
bij de troep. Voor klein- en groot verlof van deze neuzen ging het net als
bij de gewone soldaten. De eerste twee maanden had de troep dus andere instrcteurs
en (onder)officieren, die waarschijnlijk na hun periode naar een ander onderdeel
verkasten.
Wij waren dus (een van de) eerste lichting(en) waar de YP408-boordschutters
en -chauffeurs niet meer 18, maar nog maar 16 maanden dienden, waarvan twee
op het Piroc en twee bij de cie waarmee ze 2 maanden paraat zouden zijn
(hetzelfde gold voor de AMX-PRI-bemanningen).
De chauffeurs bij het 11e waren in die tijd overigens allemaal Korporaal-TS'ers.
Deze verkorting van de opleidingsduur betekende dus dat er in die eerste twee maanden eigenlijk een veel te vol lesprogranmma moiest worden afgewerkt. Het zal daarom zijn geweest dat in mijn opleidingspeleton in Veldhoven alle soldaten net van een school kwamen (dus gewend waren om te studeren) en dus ook allemaal geselecteerd waren op het hebben van een beta-vooropleiding (TH, HTS, HBS-B, een enkele MTS'er). Onze militaire vorming (marcheren, velddienst, schieten, gedragsregels, krijgstucht, enz.) stelde de eerste tweee maanden dan ook niet veel voor: we hadden een vol programma (met soms ook avondlessen) met lessen over voertuig-gerelateerde zaken (rijden, onderhoud, radio's, punt-50 en dergelijke). Mijn lichting heeft op het PIROC dan ook maar één nacht in een pup-tentje geslapen (en koud dat dat was, met ruim 20° onder nul en met alleen een paar dekens en zonder slaapzakken... Het was zo koud dat de bataljonsarts de staf "verbood" om direct na de reveille een stevige stormbaanoefening te laten doen, "Ze moeten eerst opwarmen, anders gebeuren er zeker ongelukken.", waarna we ons in de staftenten mochten warmen).
De foto's
Zelf maakte ik zelden foto's, maar mijn vader des te meer (de uitzoekerij
ervan was nog een hoop werk na zijn overlijden). Maar ik vond in een oud
fotoboek nog twee foto's van zijn hand. Ze zijn gemaakt tijdens een ouderdag
ergens in de zomer van 1969 tijdens een kleine parade op de Monnikensteeg
in Arnhem, de straat voor de Saksen-Weimar-kazerne (het gebouw op de foto's
is het keuken-/kantine-/eetzaalcomplex van de Saks).
De eerste foto laat de 11-A14 zien met de bemanning in galatenue. De A-cie was tenslotte de Konings- of galacompagnie en trad, meestal in galatenue met gouden tressen en berenmuts af en toe aan/op bij bezoeken van buitenlandse staatshoofden en op Prinsjesdag [daarover achteraan deze mail nog een mooie anecdote]). De ander is mijn "eigen" voertuig, de 11-C7 (met dus ondergetekende als boordschutter). De 11-A14 zal bemand zijn geweest door mensen van (voornamelijk) lichting 68-3 (die in sept.'69 ging afzwaaien), de 11-C7 door een bemanning van mijn eigen lichting (68-6).
Wellicht aardig om te weten is dat de SROKI toen nog geen YP's had, en dat daarom de voertuigen van het 11e af en toe, samen met de vaste voertuigbemanningen (chauffeur + boordschutter) werden uigeleend voor veldoefeningen. Dat waren goede tijden voor ons: wel de lusten (oefentoeslag, goede voorzieningen) en niet de lasten ('s nachts wachtlopen). We waren tenslotte te gast bij die club.
Ik heb ook geprobeerd de kentekens van de A14 en van de C7 op de foto's
te lezen. De foto's zijn niet geweldig scherp, maar met een loep (zo'n ding
heb je als postzegelverzamelaar voor het grijpen liggen) ben ik toch een
eind gekomen.
Van de 11-A14 staat het kenteken ook op de site en voorzover ik het kenteken
uit de foto kon reconstrueren, zijn deze twee niet met elkaar in strijd.
Voor de 11-C7 kom ik op KN-87-11, en het staat me vaag bij dat dat inderdaad
het kenteken was.
Met vr. groet,
Jan den Dulk,
Overasselt
En tenslotte dan nog die anecdote (die overigens niets met YP-s of andere voertuigen te maken heeft, en ook zeker niet bedoeld is om Sonnemans in de zeik te zetten, integendeel. Sonnemans was een prima csm die in de loop van het jaar dat ik hem heb meegemaakt heel wat voor ons heeft geregeld en geritseld):
De csm van de A-cie was een lange slanke man (zijn naam ben ik helaas kwijt), maar onze eigen csm, majoor Sonnemans, was een stevig kort kereltje. Nu wil het geval dat, als er geen parate A-cie was, de C-cie als oudste cie die taak waarnam, en dus op Prinsjesdag in de stoet met de gouden koets meeliep naar het Binnenhof (in galatenue). Zo ook in 1969. Nu had de csm van de A-cie verteld tegen Sonnemans: "Als je met je club het Binnenhof oplooopt, moet je zorgen een paar meter achter de cie te lopen, want dan kom je mooi in beeld op TV. Dat leek Sonnemans wel wat en hij was vast van plan de raad van zijn collega-csm met Prinsjesdag-ervaring op te volgen. Dus, net voordat de club de poort naar Binnenhof door zou lopen, liet hij zich wat terugzakken om achter de troep terecht te komen om zijn ten seconds of fame te scoren. Maar wat hoorde hij iemand in het publiek zeggen? "Wat zielig, dat kleine mannetje kan het tempo niet bijhouden.". Hij wist niet hoe snel hij weer naast het laatste rot terecht moet komen !!